Naam
Methodiek voor risicoanalyse omtrent geïnduceerde bevingen door gaswinning - Tijdelijke leidraad voor adressering mbb. 24.1.p, versie 1.2
Op grond van de Mijnbouwwet moet sinds 1 januari 2003 een seismische risico analyse omtrent bodemtrillingen als gevolg van de winning in het winningsplan worden opgenomen. In de memorie van toelichting op dit artikel wordt opgemerkt dat het verkenningsonderzoek naar risico’s plaatsvindt op het niveau van afzonderlijke velden, maar ook op een brede basis waarbij de maatschappijen en onderzoeksinstellingen gezamenlijk onderzoek verrichten. Mede in dit verband zijn door TNO en KNMI verschillende studies verricht naar de seismische hazard door geïnduceerde aardbevingen. De resultaten van deze studies zijn samengevat en geïntegreerd in het TNO/KNMI integratie-rapport ‘Seismisch hazard van geïnduceerde aardbevingen. Integratie van deelstudies’.
In reactie op het OVV-rapport ‘Aardbevingsrisico’s in Groningen’ heeft het kabinet aangegeven dat in de winningsplannen “mijnbouwondernemingen veiligheidsrisico’s expliciet in kaart moeten brengen”. Hiermee wil de minister borgen dat veiligheid een volwaardige plaats krijgt in de belangenafweging bij de besluitvorming.
Aangezien het in kaart brengen van veiligheidsrisico’s verder gaat dan alleen de seismische hazard waarop tot nu toe de focus heeft gelegen, heeft de Minister van Economische Zaken het Staatstoezicht op de Mijnen gevraagd om, in afwachting van een door de maatschappijen en onderzoeksinstellingen te ontwikkelen definitieve leidraad voor het adresseren van het seismisch risico, met een gedragen tijdelijke leidraad voor het analyseren van de risico’s ten gevolge van door gaswinning geïnduceerde aardbevingen te komen. Dit document geeft invulling aan dit verzoek.