Naam
Maximale schade door geïnduceerde aardbevingen: inventarisatie van studies met toepassingen op Bergermeer

Samenvatting / Begeleidende tekst

Uit onderzoek van het KNMI en TNO naar de schade die op kan treden bij een ondiepe geïnduceerde aardbeving, blijkt dat schade alleen op hoofdlijnen is te kwantificeren. De kans op het ontstaan van (lichte) schade kan gekwantificeerd worden, er wordt echter in geen van de (in het verleden uitgevoerde) onderzoeken een uitspraak gedaan over de ernst van de schade bij grotere magnitudes. Hoewel er wel voortgang is geboekt met de schatting van de buitengrens van schade, is de verdere ontwikkeling van deze modellen afhankelijk van de beschikbaarheid van data voor schade veroorzakende aardbevingen. Deze dataset is klein en zal naar verwachting maar langzaam groeien. Ondanks dat de modellen niet gekalibreerd kunnen worden aan historische data en een betere gekwantificeerde voorspelling van het aantal woningen met schade op dit moment niet mogelijk is, is het wel mogelijk om een globale schatting te geven van de te verwachten ernst van de schade. Bestaande rekenmodellen laten zien hoe groot de kans is op lichte schade. De opgetreden schade bij een beving met magnitude M=3.5 laat zien dat ook matige schade kan ontstaan. Bij een aardbeving met magnitude M=3.9, de maximaal te verwachten beving, wordt verwacht dat het aantal schadegevallen met matige schade zal toenemen, maar niet dat er schade in een hogere categorie (aanzienlijke tot zware schade) zal ontstaan.

Publicatie datum
Publicatie type
Rapport
Thema
Geïnduceerde seismiciteit
Auteurs
W. van Kanten-Roos
B. Dost
A. Vrouwenvelder
T. van Eck
Uitgever(s) / Organisatie(s)
TNO
KNMI
Filesize
145.99 kB